top of page

60 Jaar Vlaamse Club voor Kunsten, Wetenschappen en Letteren
 


Woord vooraf


Het schrijven van de geschiedenis en het opzoeken van histonsche gegevens die de realiteit van de Vlaamse Club te Brussel over 60 jaar moeten illustreren, laten wij liefst over aan ter zake specialisten als de Heer Hugo Reinhard, Voorzitter van het Archief en Museum van het Vlaams Leven te Brussel en de Heer Ronald Boon, Directeur bij zelfde Archief en Museum.


Hun relaas en verslag volgt in volgende bladzijden en wij beseffen maar al te goed de moeilijkheden die bij het volbrengen van zulke opdracht komen kijken en de voor de hand liggende verwijten van onvolledigheid of eventueel tendentieuze verslaggeving. Wij weten dat zulk verslag niet anders kon zijn dan onvolledig en de verslaggeving op bepaalde plaatsen niet anders dan tendentieus. 60 jaar bestaan is lang, maar als men dan de geschiedenis moet schrijven vindt men soms maar magere gegevens, vooral als men, zoals in de Vlaamse Club het geval is geweest, geen dagboek heeft gehouden en de jaarverslagen maar vanaf een bepaalde periode enige gegevens melden over de activiteiten van de Club. Ik maak er mij dan ook graag en gemakkelijk van af door te schrijven, en ik meen het, dat ik niet geloof in echte geschiedschrijving.
Waarin ik wel geloof is in de geschiedschrijving van de evolutie van een idee, van een volk, van een land, op een ubermenselijke wijze, los van alle tijdelijke historiciteit en folklore, hoe ernstig en dramatisch deze ook achteraf kan beschreven worden.


Wij geloven niet in de juiste geschiedschrijving van bijvoorbeeld de laatste wereldoorlog nog steeds zijn degenen die zich gecompromiteerd hebben met de bezetter, de slechten want zij worden gelijkgesteld met degenen die de oorlog hebben verloren. Heden ten dage is het zo, dat wiens voorvader gediend heeft in het leger van Napoleon aanzien wordt als iemand. Maar iemand die bij de verliezende partij heeft gediend in wereldoorlog II automatisch een slechte is, wat ook de idee weze waarvoor hij zich heeft ingespannen.

​

Waar ik echter in opstand kom is dat geschiedenis van mensen en desbetreffende folkloreaspecten aanleiding geeft om een gemeenschap in zijn ziel te treffen en cultureel in zijn ontplooiing te benadelen.
Zo ook is het een tijdje gebeurd met de Vlaamse Club. Maar boven en buiten alles is er de idee van Vlaamse bewustwording en strijd voor ontvoogding waaraan de Vlaamse Club van bij haar ontstaan en zonder versagen de 60 jaar van haar bestaan heeft gewerkt, trouw aan de princiepen bij haar ontstaan vastgelegd.
Ik neem dan ook als taak op mij de geschiedenis van de Vlaamse Club te maar grijpend naar typeren met enige zinnen, los van personen en feiten, los van de tijd en de geschiedkundige beslommeringen, bewustwording en heropstanding en de bijdrage daartoe om ons volk te de zaak: helpen redden van ondergang en culturele aftakeling. Wel zal nooit precies kunnen geschreven worden wat de reële bijdrage is geweest van de Vlaamse Club tot de instandhouding van de Vlaamse gemeenschap te Brussel en het vrijwaren van het cultureel patrimonium. Ik kan alleen getuigen van mijn persoonlijke en overtuigde inspanning desbetreffend en van mijn onmiddellijke voorgangers als voorzitter van de Vlaamse Club, alsmede de talrijke bestuursleden en leden van de Vlaamse Club, die ieder met eigen stijl en mogelijkheden hun steentje hebben bijgedragen.


Wij zijn nu met ons clublokaal beland op de Grote Markt van Brussel en voelen daar meer dan vroeger van uit de Van Praetstraat de polsslag aan van Brussel grootstad en hoofdstad van Europa. Temidden de smeltkroes van culturen leven en streven wij vreedzaam naar versteviging van onszelf in eigenaards cultureel beleven, en overdracht op anderen, niet om in te palmen of te overtroeven maar met hoop op wederzijds waarderen en respect voor wederzijds beleven in eigen cultuur en eigen aard Doorheen de verkregen geschiedkundige gegevens over de Vlaamse Club kan ontwaard worden dat de Club zich steeds pluralistisch heeft ingesteld, dat iedere spreker of bezoeker zich vrij en voluit kan uitdrukken. Steeds was de instelling a-politiek maar niet anti-politiek, vooral niet wat Vlaamse politiek betreft. Zo is de Vlaamse Club uitgegroeid tot een tribune van Vlaamse presence te Brussel, en van intellectuele verwoording op stuk van kunsten wetenschappen en letteren.


Het heet dat de Vlaamse Club elitair is. Zij is inderdaad elitair in de keuze van onderwerpen en sprekers, maar niet in de keuze van de clubleden. Uiteraard van haar doelstellingen trekt de Vlaamse Club minder de jeugd aan bij haar wekelijkse activiteiten, gezien ook het peil van de geprogrammeerde onderwerpen. Wel neemt de Club contact met de jeugd via haar poëziewedstrijden en heeft ze dat in het verleden ook gedaan via kinderfeesten. Maar in regelmaat wendt zij zich in hoofdzaak tot de volwassenen, en wil zij het intellectueel Vlaams patrimonium voeden met de hoop tot reële bijdrage, tot volledige culturele ontvoogding en verheffing in een cultureel regionalistisch geconcipieerd Europa.

 

J. Vleugels

Voorzitter Vlaamse Club voor K.W.L

20230719_212318_edited.jpg
bottom of page