I 03 04 04 Cnape Heinrike Vriendekine / Visverkoper Brussel 1289

Lezing – Cnape Heinrike Vriendekine / Visverkoper Brussel 1289


De legendarische hertog Jan I van Brabant (1267-1294), overwinnaar van Woeringen (1288), verleent een visbank op de Brusselse vismarkt aan zijn “cnape Heinrike Vriendekine”

Deze originele Middeleeuws Nederlandse oorkonde (1289) berust in het Archief van het O.C.M.W. te Brussel (huisarmen van de Sint-Niklaaskerk)

VISBANK VOOR VRIENDEKINE HENRIKE

Hertog Jan I van Brabant geeft aan zijn “cnape” Hendrik Vriendekine, een visbank tegen een jaarcijns van dertig pond Leuvens. Die visbank ligt op de hoek van de Brusselse vismarkt in de richting van het vleeshuis.

s.l., 17 juni 1289

ORIGINEEL:

Oorkonde op perkament, zonder zegel

Brussel, Archief van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn, Huisarmen van de Sint-Niklaaskerk, nr. B 1110.

Wi Jan bi der gracien ons Heren hertoghe van Lotherike, van Brabant ende van Lymborch maken cont allen den ghenen die dese lettre sien selen ende horen dat wi Henrike Vriendekine, onsen cnape, hebben ghegheven tere gherechten erve ene stat tere vischbanc, achte voete lanc die staet overst an den borne van der vischmerct ten vleeschuse wart die es buten die andre stade dar men ons iarlics af ghevet dertech pont om drie scellinghe Lovens jarlics chijns ons ende onsen nacomelinghen erflec van heme ende van sinen erven in Vastelavonde te gheldene.

Ende om dat wi willen dat dese dinc bliven vast ende ghestade, so hebben wi onsen seghel an deze lettre ghehanghen.

Dit was ghegheven int iaer ons Heren m.cc.lxxxix des. vriendaghes vore Sente Jans dach.

Deze oorkonde werd door Paul De Ridder ontdekt tijdens een uitgebreid archiefonderzoek voor een doctoraat over Jan I (1267-1294) en Jan II (1294-1312), hertogen van Brabant.

De Ridder heeft dit stuk onmiddellijk gesignaleerd aan Dr. Maurits Gysseling. Zijn corpus van alle originele Middelneder-landse oorkonden van vóór 1300 was op dat moment al volledig persklaar. Gysseling had echter deze Brusselse oorkonde niet gevonden. Daarom werd deze akte in laatste instantie nog toegevoegd aan het corpus van Middelnederlandse oorkonden.

Dit verklaart waarom deze akte van hertog Jan I in dit corpus een bis-nummer draagt.

M. GYSSELING, Corpus van Middelnederlandse teksten tot en met het jaar 1300

1977-1987

338

s.l.; 31 mei 1289.

“Gemaect int jaer Ons Heren M° CC° LXXXIX des disendaghes in die Sinxendaghe”

Jan I, hertog van Lotharingen, Brabant en Limburg oorkondt dat hij tegen een jaarcijns van 30 lb. lov. aan hemzelf, en een jaarcijns van 20 sol. lov. aan de ontvanger van Brabant te betalen, een vismarkt verleend heeft aan de vishande­laars en beenhouwers van Brussel.

Afschrift:

Brussel, Algemeen Rijksarchief, Charters van Brabant, I, nr. 154.

Brussel, Algemeen Rijksarchief, Manuscriptenverzameling, nr. 33 D, fol. 26 r° v°.

Brussel, Stadsarchief, Cartularium X, fol. 45 r° v°.

Brussel, Stadsarchief, Cartularium XI, fol. 248 v°

Brussel, Stadsarchief, nr. 359, fol. 1 r° v°.

Brussel, Stadsarchief, nr. 1211, fol. 3 v°

Brussel, Stadsarchief, nr. 1216, fol. 11 r°

Brussel, Stadsarchief, nr. 1460, fol. 1 r° v°.

Brussel, Stadsarchief, nr. 1457, fol. 1 r° v°.

Den Haag, Algemeen Rijksarchief, Gerard nr. 43, p. 29-30

Den Haag, Algemeen Rijksarchief, Gerard, nr. 49, p. 205-206.

Editie:

F. FAVRESSE, Actes … Bruxelles, p. 470-471, nr. 38.

Omdat deze akte dateert van voor het jaar 1300 werd zij opgenomen in het Corpus van Middelnederlandse oorkonden van Prof. Maurits Gysseling.

Vanaf het einde van de 13de eeuw verlenen de hertogen van Brabant meer en meer Nederlandse akten aan de stad Brussel (vroeger gebruikten zij daarvoor steeds het Latijn).

Terloops: in die periode gaf “Gui de Dampierre, cuens de Flandres”, (1278-1305) Franstalige oorkonden aan Brugge, Gent en Ieper. De graven van Vlaanderen waren immers vazallen van de koning van Frankrijk.

De hertogen van Brabant daarentegen waren Duitse “Reichsfürsten” die een grote onafhankelijkheid genoten in het middeleeuwse Duitse Rijk. Zij hanteerden het Nederlands (of zoals het destijds heette “Dietsch”, “Duutsch” of “Duytsch”) voor het Nederlandse taalgebied en Frans voor het “Roman Pays de Brabant” met de abdijstad Nijvel (Nivelles).

De hertogen zouden het dus nooit in hun hoofd gehaald hebben Frans te gebruiken voor het Nederlandse deel van Brabant.

Met andere woorden: het hanteren van het Frans in dit gebied is dus … typisch Vlaams (!) en anti-Brabants.