I 03 04 01 Hebban olla vogala (ca. 1100)

Lezing – Hebban olla vogala (ca. 1100)


Hebban olla vogala (ca. 1100) is lange tijd aangemerkt als de oudst bekende zin in het Oudnederlands. Het is een interlineaire quasi-glosse, die in 1932 in Oxford door de Engelse germanist Kenneth Sisam werd ontdekt op de laatste bladzijde van een Oudengels prekenhandschrift uit de abdij van Rochester (Oxford, Bodleian Library, ms.340 fol. 169v).

De tekst, die werd geschreven door een West-Vlaamse kopiist, dateert naar schatting uit het derde kwart van de 11e eeuw. De eerste twee zinnen zijn in het Latijn. De taal waarin de rest van de tekst geschreven is wordt door de meeste taalkundigen als Oud-Westnederfrankisch aangeduid, maar hierover bestaat nog controverse.

De zin luidt:

Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (e)nda thu uuat unbidan uue nu

Het is de vertaling van de Latijnse paralleltekst die ervoor staat:

Habent omnes uolucres nidos inceptos nisi ego et tu. Quid expectamus nunc.

De vertaling hiervan luidt:

‘Alle vogels zijn nesten begonnen, behalve ik en jij. Waar wachten wij nu op?